DIT IS KUNST: Wat ga je
vrijdag de 19de in Nijmegen doen?
NATHANAEL
REULING: Ik ga mijn afstudeerscriptie verkopen. Het onderwerp daarvan is de vraag wat nu, in deze tijd, is
aan te wijzen als de nieuwe kitsch.
DIT IS KUNST: Hoezo?
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgU8MDs-qFX4vFV59w8Rk5blRCSYWZ-u2g61EnQzxrV3vNTUMNUKadlFdYW4u26E8sqsk4lTSlEngGAAalMTrFggjBqCfo6NEAsg4AVBnF9mbRlGk1OEHRMzV6RKPis2mQGZzhZ6Uh25NI/s1600/screen-shot-2011-10-12-at-10-23-14.png) |
Greenberg |
NATHANAEL
REULING: In de vorige eeuw veel is gediscussieerd over de scheiding
tussen kunst en kitsch. Een belangrijke bijdrage aan de discussie over dat
onderwerp leverde de Amerikaanse criticus Clement Greenberg die in 1939 en 1940
twee artikelen publiceerde. In die artikelen schreef Greenberg dat er in de
twintigste eeuw slechts een keuze was tussen avant-garde en kitsch. De
avant-garde hield zich bezig met het kritische onderzoek van het eigen medium: in
de schilderkunst met kleur, lijn en vlak, in de poëzie en de muziek met het
gebruik van taal en klank. Alleen de avant-garde, aldus Greenberg, was modern.
Want net als de moderne wetenschap, hield de avant-garde zich bezig met de onvoorwaardelijke
analyse van de eigen discipline. En omdat alleen de avant-garde daadwerkelijk
modern was, was het de enige manier om de kunst te behoeden voor verval van
kwaliteit en verstarring. Echt makkelijke kost was het natuurlijk niet, die
avant-gardekunst. Daarom was er volgens Greenberg in de negentiende eeuw iets
anders ontstaan: kitsch, bestemd voor het massapubliek dat sinds de Industriële
Revolutie de grote steden bevolkte. Kitsch was een samenraapsel van de kunst
die in de negentiende eeuw al min of meer voorbij was, de kunst van een hogere
klasse die historisch gezien zijn einde zag naderen, zoals de aristocratie en
de hogere bourgeoisie. Aan het door kunsthistorici gehanteerde onderscheid
tussen stijlen, scholen en tijdperken, hadden de negentiende- en
twintigste-eeuwse kitschproducenten lak. Ze reproduceerden. Ze sampleden en
plakten van alles zonder onderscheid aan elkaar. Hun doel was commercieel: zo
goedkoop mogelijk produceren en zoveel mogelijk verkopen. De markt bepaalde hun
werk. De afnemers van kitsch aan de andere kant, het massapubliek, was het niet
te doen om de esthetische kwaliteit ervan of originaliteit. Het ging om status:
op een betaalbare wijze pronken met een aftreksel van de uiterlijkheden van de
machtigen en rijken.
DIT IS KUNST: En wat is
dan, in het digitale tijdperk, de nieuwe kitsch?