Maarten Hoogendijk
is beeldende kunstenaar.
DIT IS KUNST: De vorige keer dat we je spraken, zei je dat je
verder wilde studeren, Je was bezig om toegelaten te worden tot een
master-opleiding. Is dat inmiddels gelukt?
MAARTEN HOGENDIJK: Ik studeer
sinds september aan de Dirty Art Department van het Sandberg Instituut in
Amsterdam.
DIT IS KUNST: Voldoet
dat aan je verwachtingen?
MAARTEN HOGENDIJK: Jazeker,
de Dirty Art Department heeft 22 studenten uit landen als Portugal, Frankrijk,
Amerika, Turkije, Duitsland, Polen en Hongarije. De vorige keer dat ik jullie
sprak had ik het over de voordelen van studeren. Een daarvan is dat je gebruik
kunt maken van allerlei onderwijsfaciliteiten. Het Sandberg Instituut heeft wat
dat betreft veel te bieden. Het grootste voordeel is dat je '24/7 'het gebouw
in kan. Je kunt gebruik maken van de werkplaatsen van de Rietveld Academie en je ontmoet hier allerlei mensen met hun specifieke
ideeën, kennis en talenten. Gisteren en vandaag bijvoorbeeld, heeft Martin
Heller hier gesproken en rondgelopen. Hij is een Duitse advocaat die zich
voornamelijk bezighoudt met aan kunst gerelateerde zaken. Als er een groot
geding is in de kunstwereld, dan kan je er vanuit gaan dat hij degene is die
gebeld wordt. Hij is onder andere een expert op het gebied van juridische
regels waar kunstenaars in de openbare ruimte mee te maken hebben. Je kunt als
kunstenaars door die regels gehinderd worden, maar Heller kan je ook vertellen
hoe je er gebruik van kunt maken. Voor het soort werk waar ik nu mee bezig ben,
bestemd voor de openbare ruimte, is dat zeer nuttig. Ik pitchte een paar ideeën
en hij kon mij precies vertellen hoe ik de regels kon buigen en wat de mogelijke
juridische consequenties zouden zijn. Of hij zei simpelweg, 'je krijgt een
boete', of, 'Je wordt waarschijnlijk opgepakt, maar lang kunnen ze je niet
houden.' En dat is handig. Dat soort mensen - de stimulans die van ze uitgaat
en wat je van ze kunt leren - is natuurlijk fantastisch om mee te krijgen. Als
je niet studeert, is het niet zo gemakkelijk om mensen als Heller in contact te
komen. Nu word je voorgesteld en krijg je min of meer vanzelf een zeer divers
en internationaal netwerk.
DIT IS KUNST: Een van je werken op de Kunstvlaai van 2014 was
een tentje op het water. In onze ogen is het een romantisch werk dat de
belichaming lijkt van herinnering, melancholie en verlangen. Volgens ons ben
jij een romantische kunstenaar bij uitstek, iemand die telkens zijn huis
verlaat in de hoop bij toeval de wonderen van de wereld te ontmoeten. Hebben we
gelijk?
MAARTEN HOOGENDIJK: Ik ben
een romantisch mens, dat is waar. Dat tentje is ook wel meteen het meest
romantische werk dat ik ooit heb gemaakt.
De titel 'this is the closest
I can get… missing you..' zegt denk ik genoeg. Ik zie mijn romantische inborst
overigens niet als een slechte eigenschap. Je kunt romantisch zijn naast andere
dingen die je doet. Mijn studie hier is er juist op gericht om kunst en
kunstenaarschap verder te ontwikkelen en zeker verder dan de romantische
kunstopvatting en het romantische kunstenaarschap.
DIT IS KUNST: Daar wilden we net over beginnen. Er bestaat
zoiets als het romantische kunstenaarschap en ook zoiets als het moderne
kunstenaarschap, dat zich daar in de twintigste eeuw tegen afzette. Er is
ongetwijfeld ook zoiets als een post- of laatmodern kunstenaarschap, dat zich
daar dan weer tegen afzet. Er zijn zelfs
stemmen die zeggen dat alle drie in de eenentwintigste eeuw achterhaald zijn en
dat het tijd wordt voor een nieuw soort kunstenaar. Wat vind jij daarvan?
MAARTEN HOOGENDIJK: De Dirty
Art Department biedt kunstenaars en ontwerpers de gelegenheid om te onderzoeken
of er voor hun discipline nieuwe toepassingen zijn. Het gaat om het scheppen
van een andere dan de gebruikelijke context voor kunst, alternatieven die een
toekomst bieden, artistiek, maar ook maatschappelijk en economisch. Ik heb in
Arnhem een tamelijk traditionele opleiding gehad tot vrij kunstenaar. De
horizon van die opleiding is de expositieruimte en de galerie. Je kunt je
echter afvragen of het bestaande kunstcircuit van kunstruimtes, galeries,
beurzen en musea nog een toekomst heeft. Als je de conclusie trekt dat het
bestaande kunstcircuit zijn langste tijd gehad heeft, zul je op een andere
manier kunst moeten bedrijven, op andere plekken, met andere middelen met een
ander vocabulaire, voor een ander publiek. Wat die andere context en de andere
middelen voor beeldende kunst zouden kunnen zijn, is het onderwerp van
onderwijs en onderzoek aan de Dirty Art Department. Dat is voor buitenstaanders
niet altijd eenvoudig te begrijpen overigens. In het kader van de Dirty Art
Department is er bijvoorbeeld een project waarbij een pand is gekraakt, PostNorma.
In dat pand wonen nu 6 kunstenaars/ontwerpers. Er, is een exporuimte die ook
gebruikt wordt als werkplaats en voor workshops. Er is een ruimte voor lezingen
en presentaties en vorig weekend heeft een tweedejaarsstudent met een vriend die
ontwerper is een galerie geopend die Deborah
Bowmann heet. Het tot stand komen van het pand en het zoeken naar publieke
bestemmingen, is in feite het 'werk'. Of je dit wilt bestempelen als 'kunst' of
'design' is niet belangrijk. Dan zou het namelijk weer binnen de traditionele
context en de traditionele opvattingen vallen.
En daar proberen wij nu juist aan te ontsnappen.
Meer over dit onderwerp:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.