Dennis van Vreden (1987) studeerde grafisch ontwerpen aan Artez in Zwolle en behaalde een Masterdiploma aan de afdeling Media Design and Communication van het Piet Zwart Instituut in Rotterdam. Dennis was bereid om, voorafgaande aan zijn komst naar Arnhem op donderdag 31 oktober en zijn optreden met de installatie ビヨンセ! Biyonse, een aantal vragen te beantwoorden.
DIT IS KUNST: De
bijeenkomst van DIT IS KUNST op 31 oktober gaat over de vraag hoe kunst zijn
relevantie kan behouden. Moeten kunstenaars aan het begin van de
eenentwintigste eeuw verder gaan met wat hun voorgangers al deden, of moeten ze
alles vergeten wat ze op de kunstacademie hebben geleerd en een voorbeeld nemen
aan de massacultuur? Of jij nu voor het een of het ander kiest, laten we even
in het midden, maar gesteld kan worden dat massacultuur en popcultuur een rol
spelen in je werk. Je bent er niet vies van. Heeft dat te maken met het feit
dat je zelf een popfan bent en van de infantiele en escapistische kanten
daarvan geen geheim maakt?
DENNIS
VAN VREDEN: Maar de kunstacademie en de massacultuur hebben toch zeker veel met
elkaar te maken? De grootste les die ik op het Piet Zwart Instituut heb geleerd
is om mijn werk te zien in de grotere context van de kunst. Aan wat ik doe, is
een lange rij kunstenaars voorafgegaan met vergelijkbare conflicten als ik. Dat
geeft de zaken een bepaald perspectief. En dan vooral in de queer subculture.
In de afgelopen tweeënhalf jaar heb ik geprobeerd zoveel mogelijk van mijn
queer roots te onderzoeken. Dat is niet in ieder opzicht een vrolijk verhaal.
Veel van mijn helden leefden in de Eighties en hun kunst stond in het teken van
hun strijd tegen Aids. De meer optimistische tegenhanger daarvan is Busby
Berkeley die vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw de beginselen van
caleidoscopische choreografieën bedacht.
Vluchten
voor de realiteit kan je zowel positief als negatief opvatten. Ik denk dat mijn
werk daar vooral ook over gaat. In het werk dat ik 31 oktober laat zien, vestig
ik de aandacht op de reacties van mensen op muziek en beeld. De interactie
tussen beeld, muziek en bezoekers zorgt ervoor dat mensen dansen zonder daar
verder over na te denken. Ze vergeten zo’n beetje zichzelf. Wat ik aanbied is
een artificiële escape.
Het
werk van Andy Warhol blijft de grootste invloed op mij hebben. Ik zag laatst
een film van Charles Henri Ford waarin Warhol voorkwam. Ik voelde gelijk een
enorm sterke connectie met die man. Een soort van vaderfiguur misschien… Ik heb
het sterke gevoel dat Warhol, precies zou weten waar mijn Beyoncé werken over
gaan. Het is zowel een kritiek op massacultuur als een verheerlijking ervan.
Mijzelf inbegrepen.
DIT IS KUNST: Laten we
even voorbijgaan aan je eigen voorkeuren en ervaringen. Je ziet in de
popcultuur zaken die lijken te wortelen in het psychologische, het spirituele
en rituele. Ze zijn in wezen tijdloos en nemen in de loop van de tijd alleen
een andere gedaante aan. Je ziet popcultuur met andere woorden als een rijke
bron. Kun je dat uitleggen?
DENNIS VAN VREDEN: Ja precies. Het gaat
me om een aantal archetypische settings – in de popcultuur en daarbuiten - die
overeenkomsten vertonen, hoewel ze anders van toon zijn. De archetypische
setting van één verheven persoon die de menigte toespreekt, is er een van. De
specifieke bewegingen van grote massa’s, waar Kracauer over schreef in The Mass Ornament, die tegelijkertijd
mooi en angstaanjagend zijn, reken ik er ook toe. Ik heb het publieke optreden
van Beyoncé vergeleken met dat van Hitler. Wat zijn de overeenkomsten tussen
de concert-setting van Beyoncé en de setting waarin Hitler Duitsland probeerde
te inspireren om de strijd aan te gaan. Beiden hebben een gigantische massa
juichend publiek waarvan de meesten misschien niet eens iets horen van wat
beiden te zeggen hebben. Een affectieve setting. Er bestonden overigens al veel
werken over dit fenomeen bij Beatles concerten. Anthea Hamilton liet me eens
een werk zien bijvoorbeeld. Mijn ビヨンセ! Biyonse installatie was de
katalysator voor dit onderzoek.
DIT IS KUNST: Vind je het maken van kunst van belang, het
voortbouwen aan een lange, kritische traditie? Of gebruik je de middelen van de
popcultuur en de middelen van de kunst naar believen om wat je bezighoudt en
wat je belangrijk vindt een gestalte te geven?
DENNIS
VAN VREDEN: Beide. De lange, kritische traditie is juist de hidden agenda
achter de vervreemdende popcultuur-werken. De kritiek verschuilt zich achter de
Beyoncé. Het is een oproep als het ware, om verder te kijken dan de esthetica.
DIT IS KUNST: Op 31 oktober laat je een interactieve
installatie zien. Kun je uitleggen hoe die installatie technisch in elkaar zit
en wat voor jou het belang was om hem te maken?
DENNIS
VAN VREDEN: Deze installatie heb ik samen met een tutor gemaakt tijdens mijn
Piet Zwart-jaren. Sinds de release van de XBOX Kinect is hij gelijk al gehackt
en gebruikt voor vele doeleinden. Ik maak simpelweg gebruik van deze voorgehackte
techniek. Het apparaat is ontworpen om de ruimte te lezen en te scannen en
daarbij herkent de installatie de bewegingen van het menselijke lichaam. Hij
reageert op de bewegingen van de gebruiker. Op de screening staat een Beyoncé
klaar in het Botticelli schilderij om al jouw bewegingen over te nemen. Het
programma dat ik daarvoor gebruikte heet Animata. Van iedere man maak ik heel
even een crossdresser.
Klik: website Dennis van Vreden
Klik: website Dennis van Vreden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.