Doris Boerman behaalde in 2012 haar bachelordiploma
Grafisch Ontwerpen aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam.
DIT IS KUNST: Je
laat donderdag een sculptuur zien met de titel Lindy, Lindsy, Britney, Beverly. De sculptuur lijkt zowel te
refereren aan het Modernisme als aan de popcultuur en het daarbij behorende
uiterlijke vertoon. Je lijkt door het gebruik van bepaalde materialen ook
nadruk te leggen op de tegenstelling tussen enerzijds het natuurlijke en
anderzijds het onnatuurlijke en de overdrijving, een stijlmiddel waarvan de
popcultuur zich vaak bedient. Kunnen we zeggen dat jij de popcultuur beschouwt
als een rijke bron van inspiratie?
DORIS BOERMAN: Het grote belang dat in deze tijd aan
uiterlijk vertoon wordt gehecht is een feit waar je moeilijk om heen kunt. Ik
wil het niet afkeuren, noch toejuichen. Ik ben geïnteresseerd in de beeldtaal
van de popcultuur, het spel en de macht ervan. De titel Lindy, Lindsy, Britney, Beverley verwijst naar vier verschillende
personages of identiteiten die wij zouden kunnen kennen van bijvoorbeeld
Hollywood, Amerikaanse televisieseries of popsterren. Het zijn types, hokjes.
Ze hebben alle vier op precies dezelfde manier een 'eigen' identiteit
aangemeten, die natuurlijk hartstikke inwisselbaar is. Een subtitel voor het
werk is Hairdisplays. Met het werk verwijs ik naar het personage in
de popcultuur dat in veel gevallen een constructie is. Een goed voorbeeld
daarvan is in mijn ogen een celebrity als Beyoncé. Zij is een object of desire dat net als andere
objecten is vormgegeven. Alleen gaat het bij Beyoncé véél verder en is het véél
complexer. Zij heeft een team van mensen om zich heen dat meehelpt haar
personage en podium te bouwen. Elke keuze die Beyoncé maakt in wat zij
zegt, doet of draagt, wordt een deel van haar verschijning en wie zij
uiteindelijk is voor haar toeschouwers. Zo zijn er heel veel verschillende
celebrity's of sterren die allemaal iets anders uit willen dragen en zo hun
eigen identiteit hebben. Beyoncé wil authentiek overkomen en maakt zich sterk
voor de emancipatie van de Afro-Amerikaanse vrouw. Ze vertegenwoordigt een
ideaal.
DIT IS KUNST: Heb
je genoeg aan de popcultuur en kan de kunstgeschiedenis het raam uit?
DORIS BOERMAN: Ik heb beeldmateriaal uit de popcultuur en
vooral clips onderzocht op hun formele en inhoudelijke eigenschappen.
Popcultuur is in de eerste plaats een beeldcultuur en de mensen die de beelden
produceren putten net zo gemakkelijk uit de kunstgeschiedenis als uit andere
bronnen. Ik ben geïnteresseerd in beeld, en kennis van de kunstgeschiedenis
speelt een rol in mijn perceptie van beeld. De kunstgeschiedenis is een
fundament, ik vind niet dat ik mezelf in deze tijd kan plaatsten zonder naar de
geschiedenis te kijken.
DIT IS KUNST: Wil
jij in de toekomst kunst maken of pop?
DORIS
BOERMAN: Het een is niet altijd gescheiden van het andere. Harmony Korine
maakte met de film Spring Breakers een prachtige vormoefening over een
subcultuur van hedendaagse jongeren. Je zou kunnen spreken van een gelaagde
kunstfilm, maar voor een groot deel van het publiek dat erop af komt, is het
gewoon een visuele snack. Het is interessant om te zien dat ogenschijnlijk
gescheiden gebieden ineens samenvloeien en zeer verschillende publieksgroepen
tot hetzelfde worden aangetrokken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.