Arjen Sinninge Damsté
(1990) groeide op in het Overijsselse Hengelo en studeerde in 2013 als
performer af aan de Toneelacademie in Maastricht. Sinds september 2013 studeert
hij documentaire regie aan de Nederlandse Filmacademie in Amsterdam.
DIT IS KUNST: Wat voor
opleiding volgde je in Maastricht?
ARJEN
SINNINGHE DAMSTÉ: Ik dacht altijd dat ik acteur zou worden, maar dat is anders
gelopen. Ik merkte dat ik het interessanter vond om zelf dingen te verzinnen en
uit te voeren in plaats van een tekst uit mijn hoofd te leren. In Maastricht
ben ik afgestudeerd als performer, daar heb ik geleerd om mijn persoonlijke
fascinaties om te zetten in uitvoerbare ideeën.
DIT IS KUNST: Jouw
fascinaties liggen voor een deel buiten de hoge kunst.
ARJEN
SINNINGHE DAMSTÉ: Mijn fascinatie gaat uit naar de dagelijkse realiteit en
vooral de vreemde kant ervan. Ik ben nu een maal nieuwsgierig. In 2012 vormde
ik met klasgenoot Marius Mensink het countryduo Achy Breaky Heart. We traden op
in bejaardenhuizen. Marius en ik wilden die wereld leren kennen. Onze optredens
leverden mooie, triestige momenten op. We stonden op het podium vóór en na
mensen als Hans Kazan ,die tot mijn verbazing nog steeds in bejaardenhuizen
schnabbelt, en accordeonduo’s. De amusementsmolen waarin we meedraaiden was
niet bepaald opgetogen en vrolijk, maar het is het wel het soort entertainment
wat ons te wachten staat. De bejaarden waren kritisch. Na afloop zeiden ze vaak
dat ze er niets van hadden begrepen omdat we in het Engels zongen.
DIT IS KUNST: Waren
jullie optredens een louterende afdaling in de hel?
ARJEN
SINNINGHE DAMSTÉ: Ja, het is goed om zo nu en dan de verschrikkingen van het
leven onder ogen te zien. Het waren tragische optredens waar het publiek weinig
vreugde uit haalde. Het was tof om tragiek te kunnen brengen. Daarna heb ik me
op de wereld van het levenslied gestort, weer een andere fascinatie. Ik woon nu
in Amsterdam en soms mis ik Limburg enorm. Je hebt daar een uitgebreide wereld
van marginalen. Dat is mooi en anders dan hier in het westen. Maastrichtenaren
vinden het best als mensen van elders in het weekeinde Maastricht bezoeken.
Maar ze vinden ook dat die vreemden op zondagavond weer vertrokken moeten zijn.
Dan kunnen de Maastrichtenaren weer ongestoord aan de bar van het café zitten.
Maastrichtenaren zijn trots op hun afkomst en geneigd tot melancholie. Dat tref
je ook in de omringende kleine dorpen. Daar heb je niks, maar de mensen
proberen er toch iets van te maken.
DIT IS KUNST: Wat trok
je in de Limburgse wereld van het levenslied?
ARJEN
SINNINGHE DAMSTÉ: De Maastrichtse artiestenwereld is een universum op zich. De
populaire zangers spelen ook een maatschappelijke en sociale rol. Als mensen in
de knoei zitten gaan ze na een optreden van een artiest met de artiest over hun
problemen praten. Artiesten geven ook echt hulp en steun aan hun fans.
DIT IS KUNST: Veel
mensen denken dat in het digitale tijdperk alles zichtbaar is en niets op de
wereld verborgen kan blijven. Kijkend naar je films kregen wij de indruk dat er
nog wel degelijk ongeopende deuren naar onbekende werelden bestaan.
ARJEN
SINNINGHE DAMSTÉ: Ik was een jaar of zeven, toen ik tegen de moeder van een
buurmeisje zei dat ik ontdekkingsreiziger wilde worden. De moeder wees op een
wereldkaart aan de muur en zei dat alles op de wereld al ontdekt was. Maar wat
is ontdekt? Ik denk dat de meeste mensen de wereld van het levenslied wel
kennen of denken te kennen, maar het beeld dat ze ervan hebben, bestaat uit
clichés. De echte wereld van het levenslied bestaat niet zomaar uit zulke
clichés. Authenticiteit speelt is de wereld van het levenslied een grote rol.
Natuurlijk is die authenticiteit voor een deel gekunsteld en een kwestie van
format, maar voor een deel ook weer niet. Authenticiteit, identiteit,
herkenbaarheid en verschil spelen een grote rol, want wie je ‘bent’ en zoals je
je als artiest voordoet, bepaalt je doelgroep en aanhang. Voor de liefhebbers
van het Nederlandse lied is er een groot verschil tussen een kermisartiest als
Jannes en iemand als Thomas Berge die eerder een charmeur is.
DIT IS KUNST: Je hebt
een film gemaakt die Mijn levenslied
heet. Je praat in een stilstaande auto met mensen over wat het levenslied voor
hen betekent. De auto staat geparkeerd op prachtige plekken in Zuid-Limburg en
jij en je gesprekspartners kijken al pratend uit over het landschap. Een van de
personen met wie je in de auto zit te praten zegt tegen jou: ‘jij denkt
teveel’. Dat moment geeft volgens ons iets aan. Je zit in die auto naast mensen
uit het volk als een nette jongen uit een ander milieu die de zaak benadert met
ideeën die tot de wereld van de burgerlijke cultuur, de cultus van het individuele
innerlijk en het boek behoren.
ARJEN
SINNINGHE DAMSTÉ: Die afstand, die kloof, zit er ergens wel in. Mensen vragen
me wel eens of ik de mensen in die film wilde kleineren of dat ik het oprecht
meende. Wat mij betref was het oprecht, maar de kloof is er ook en dat levert
in mijn ogen een vruchtbare spanning op.
DIT IS KUNST: De afstand
tussen jou en wat sociaal en cultureel de andere kant van het water is, heb je
ogenschijnlijk overbrugd door als Jens Bremer een levenslied op te nemen en een
bijbehorende clip te maken. Wat levert dat op?
ARJEN
SINNINGHE DAMSTÉ: Ik zei al dat authenticiteit een belangrijke rol speelt in de
wereld van het levenslied. Je kunt wel je haar blonderen en ordinaire kleren
aandoen, maar dat werkt niet. Niemand trapt daar in. Mijn eigen project was
niet bedoeld als een parodie of imitatie. Ik wilde een nummer schrijven en
opnemen dat echt zou kunnen overtuigen. De clip moest dat ook doen. Dat bleek
zo eenvoudig nog niet. Ik moest echt gaan nadenken wie ik, zonder flauwekul en
franje, zou kunnen zijn als volkszanger. Met één single ben je er overigens
niet in de wereld van het levenslied. Je moet veel optreden en albums opnemen
en ook als je heel hard werkt is het en kwestie van doorzetten, talent en
geluk. Je moet bedenken dat er elke week zo’n twaalf nieuwe singels in het
Nederlandse genre op de markt komen. Van de meeste hoor je ook nooit meer iets,
slechts een enkeling breekt door. Ik ben weer gaan studeren.
DIT IS KUNST: en nu?
ARJEN
SINNINGHE DAMSTÉ: Ik ben toegetreden tot een kring van heksen. Het is een groep
vrouwen en ze willen dat ik mee ga doen aan hun rituelen. Ik weet niet wat dat
zal brengen. Ik vind dat mijn werk een avontuur moet zijn, voor mezelf en voor
de kijker. Een onderneming waarvan de uitkomst nog niet vast ligt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.