MAARTEN
HOGENDIJK: Ik ga het publiek op de hoogste stellen van mijn pogingen om
aangenomen te worden op een vooraanstaand opleidingsinstituut. Ik wil verder
studeren.
DIT IS KUNST: Je hebt de
afgelopen zomer je diploma aan de afdeling Vrije Kunst van de kunstacademie in
Arnhem behaald. Hoe is het daarna gegaan?
MAARTEN HOGENDIJK: In de korte tijd sinds mijn eindexamen heb ik veel kunnen exposeren. Ik kreeg op mijn eindexamententoonstelling een residency op de Baak in Driebergen aangeboden. Daarna heb ik met Anan Striker in Arnhem een tentoonstelling gemaakt op het voormalige militaire complex Kamp Koningsweg. Ik doe op dit moment mee aan de tentoonstelling Bucolic Turmoil in de Torch Gallery in Amsterdam. En als het een beetje meezit, wordt mijn tentoonstellingsvoorstel voor de Kunstvlaai gekozen. Ik heb tot nu toe de wind in de rug gehad en ik ben door veel mensen geholpen. Ik heb bijvoorbeeld veel gehad aan Anya Jansen, mijn vroegere docent in Arnhem.
DIT IS KUNST: En de
materiële kant van de zaak, hoe staat het me de inkomsten?
MAARTEN
HOGENDIJK: Ik heb een paar werken verkocht, maar daar kan ik niet van leven. Ik
heb nu een baan bij IKEA. Ik houd de ballenbak in de gaten en ik werk bij de
afdeling publieksservice. Ik heb ook een baantje als jeugdtrainer bij een
hockeyvereniging. Met dat alles kan ik mijn flatje in Utrecht betalen. Ik woon
nu in Kanaleneiland, een meedogenloos Modernistische buitenwijk van Utrecht.
DIT IS KUNST: het
uitgangspunt voor je werk was tot nu toe de vondst. Je ging de straat op om
ontdekkingen te doen. Is dat nog steeds zo?
MAARTEN
HOOGENDIJK: De vondst is belangrijk, maar die doe ik niet alleen op
straat. Iets vinden kan overal. Tijdens het volgen van colleges
bijvoorbeeld, zoals ik de afgelopen tijd heb gedaan aan de universiteit
Utrecht. Een van die colleges ging over neuropsychologie, dat klinkt dan meteen
heel serieus, is het ook, maar ik pak er dan wel een iets uit dat onbenullig lijkt.
In het college werd de vraag of je het gedrag van mensen kunt wijten aan hun
genen of hun opvoeding – de veelbesproken
kwestie van ‘nature and nurture’ - , vergeleken met de vraag of je na het
bakken van een cake nog onderscheid kunt maken tussen de boter, de eieren en
het meel. De krant kan ook een vindplaats zijn. Ik las deze week dat mannen in Noord-Korea
bij wet allemaal hetzelfde kapsel moeten dragen, dat soort dingen triggeren me
meteen om iets te maken. En de laatste tijd heb ik veel in de Encyclopedie van de Domheid van
Matthijs van Boxsel gelezen. Zijn gedachte dat mensen een idee van iets
‘hogers’ nodig hebben om de absurditeit van het leven aan te kunnen,
vind ik zeer inspirerend. Als mijn werk ergens over gaat, dan gaat het
daarover. Ik zoek in het alledaagse naar dingen die door hun schoonheid of
poëzie verrassen en daardoor ogenschijnlijk naar iets anders, iets
‘hogers’ verwijzen, ook al is er van dat hogere misschien helemaal geen
sprake.
DIT IS KUNST: Maar nu
wil je naar een hogere kunstopleiding. Betekent dat, dat je het alledaagse de
rug toekeert om je in het ‘hogere’ te begeven?
MAARTEN
HOOGENDIJK: Nee. Een voorgezette kunstopleiding biedt de mogelijkheid om je in
een korte tijd snel verder te ontwikkelen. Kunstonderwijs is in mijn ogen
vooral een kwestie van faciliteiten. De dingen die je als kunstenaar nodig hebt
om verder te komen zijn er binnen handbereik. Je wordt gevoed met de ideeën en
inzichten van anderen, je zit er met gelijkgezinden, er zijn werkplaatsen en je
kunt je er volledig concentreren op je werk. Toezicht houden op de ballenbak is
mooi, maar het is niet de meest efficiënte manier om je als kunstenaar verder
te ontwikkelen.
web: Maarten Hoogendijk
web: Maarten Hoogendijk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.