dinsdag 1 april 2014

DIT IS KUNST, JE ZAL HET MAAR HEBBEN

Onder het motto DIT IS KUNST, JE ZAL HET MAAR HEBBEN organiseert DIT IS KUNST een avond op vrijdag 11 april 2014 in het MEE-gebouw aan de Trans 6 in Arnhem. Zaal open: 19:30. Aanvang programma: 20:00 uur.

Het thema

Stel je bent als kunstenaar in de wereld geworpen en je hebt zojuist je opleiding voltooid. Wat ga je doen? Kies je de geijkte weg, een carrière in het kunstcircuit en het beklimmen van de artistieke ladder binnen dat circuit? Het betekent dat je je opwerkt: van kleine centra en theatertjes naar meer en beter. Aan het einde van de vooralsnog denkbeeldige klimpartij wacht de vooraanstaande galerie en het museum voor de beeldend kunstenaar en het grote podium voor de uitvoerend kunstenaar. Als je geluk hebt, althans. Want de meeste kunstenaars komen ook na jaren ploeteren niet verder dan de onderste sporten van de ladder. Ze zullen altijd behoren tot de poule des verderfs die het gevolg is van de huidige toestand van culturele overproductie. Maar ook voor wie dankzij hard werken, talent en artistieke integriteit behoorlijk opklimt, blijft het sappelen. De kunstsector is in de afgelopen jaren door de economische crisis en bezuinigingen behoorlijk uitgekleed. Bovendien leven we in een land waar een fatsoenlijke beloning van kunstenaars indruist tegen de volksaard en de heersende symboolpolitiek.

Nee, binnen het kunstcircuit de ladder beklimmen lijkt niet echt aantrekkelijk. Maar kan het ook anders, langs een andere weg? Het uiteindelijk doel van de kunstenaar is het publiek bereiken en publiek bereik je aan het begin van de eenentwintigste eeuw via de media. Wat er toe doet, is voor korte of lange tijd een rol te spelen in de uitwisseling van beelden en informatie door grote aantallen mensen. Dat is in deze tijd trouwens ook het hoogste doel en het bij uitstek gezochte podium voor serieuze culturele instellingen. Voor vooraanstaande musea, theaters en concertzalen is er niets mooiers dan zendtijd of virale aandacht.

Kunststatus en media-aura


De media spelen kortom een alles bepalende rol en de vraag is, kan de kunstenaar daar gebruik van maken? Kan hij of zij als kunstenaar doorbreken in de wereld van de media? Natuurlijk is dat al lang geprobeerd, maar is het ook genoeg geprobeerd? Er zijn voorbeelden van geslaagde doorbraken en spectaculaire opkomsten, maar ook van geruisloze verdwijningen. Misschien is het nog te vroeg om conclusies te trekken, maar een ding lijkt zeker: de kunstenaar met media-ambities dient op z’n minst twee wegen te bewandelen. Hij of zij kan het kunstcircuit niet zomaar de rug toekeren. In dat circuit moeten activiteiten worden ontplooid en een bepaalde status worden veroverd of gehandhaafd.

Naast het bespelen van het kunstcircuit, zal de kunstenaar met media-ambities zijn werk, of het verhaal er omheen, een voor de mediagebruiker begrijpelijke en relevante draai moeten geven. Het werk moet met andere woorden een op de mediawereld toegesneden gestalte of aura krijgen. Het werk van de mediakunstenaar moet als nieuws of als iets uitzonderlijks kunnen worden gepresenteerd, maar dat spreekt in de wereld van de media voor zich. Omdat de mediagebruiker weinig tijd heeft en tijd nu eenmaal geld is, moet het werk van de kunstenaar voor de mediagebruiker de moeite van de aandacht waard zijn. Dat laatste wil onder andere zeggen dat het geld waard is of geld zou kunnen opleveren. Omdat de mediagebruiker per definitie een groepsmens is, is het van belang dat het werk van de kunstenaar de belangstelling heeft of zou kunnen wekken van zoveel mogelijk andere mensen. Het werk moet door anderen begeerd worden of kunnen worden, want meer nog dan de eigen, altijd aflatende begeerte, is de begeerte van anderen voor de mediagebruiker maatgevend. Niet minder belangrijk is de glans van de verbinding. Het werk en de kunstenaar erachter moeten geen losse, op zich staande feiten zijn. Werk en kunstenaar moeten verbonden zijn of een rol spelen in een zo wijd mogelijk vertakt netwerk en liefst verbonden zijn met de essentiële knooppunten in weer andere netwerken. De gemiddelde mediagebruiker leeft immers zelf in een menselijk beperkte en door routine bepaalde dagelijksheid, maar hoopt via de media een blik te kunnen werpen op de ‘wereld van nu’ en de netwerken en knooppunten die daarin een zogenaamde ‘beslissende’ rol spelen.

Omdat het in de wereld van de media niet alleen draait om zaken, maar evenzeer om ementies (= rollen en gevoelens) is het zaak dat de kunstenaar zijn of andermans eigenaardigheden uitvergroot en als basis neemt voor zijn rol in de mediawereld. De kunstenaar kan er doodgewoon voor kiezen om intelligent over te komen. De rol van twijfelaar, fantast of dwangmatige leugenaar lijkt in sommige gevallen echter niet minder gunstig, net als de suggestie van normoverschrijdend gedrag op seksueel vlak. Mogelijk in het voordeel van de kunstenaar is het uitbuiten of binnenstebuiten keren van romantische en metafysische clichés en afgezaagde voorstellingen zoals het idee dat kunst een zaak zou zijn van individuele expressie.

Vragen


Bij dit alles kan men vragen stellen. Luidt de kunstenaar met media-ambities het einde in van de kunst als kunst of is de mediastrategie van de kunstenaar niets anders dan een manier om zijn of haar loopbaan in het kunstcircuit te versnellen?

Zijn de in de kunst aanvaarde vrijheid om te mislukken en de potentiële schoonheid van de mislukking zaken die kunstenaar in de wereld van de media een voorsprong geven en die de kunstenaar dus vooral zou moeten uitbuiten?

Is het mediaoptreden van de kunstenaar een ijdele droom of een kans om de dingen die kunst waardevol maken – zoals de belichaming van het utopische – onder de aandacht te brengen van een massapubliek?

Zal het opstaan van meer en meer kunstenaars met media-ambities van de weeromstuit uiteindelijk de aantrekkelijkheid vergroten van oude sprookjes over de autonomie van de kunst, het belangeloze welbehagen van de beschouwer en de stilte van het museum?

Vrijdagavond 11 april 2014

Deze en andere vragen en kwesties komen aan de orde op vrijdagavond 11 april in het voormalige MEE-gebouw aan de Trans 5 in Arnhem. Op het programma staan kunstenaars en denkers die hun werk om uiteenlopende redenen en op uiteenlopende manieren hebben opgetuigd voor een media-doorbraak met alle eventuele gevolgen van dien.

afbeeldingen:

Neutelings Riedijk Architecten
Yona Friedman

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.