zaterdag 2 maart 2013

MAARTEN HOOGENDIJK: ZIEN WAT ER GEBEURT, ALS HET GEBEURT, ZONDER EROP UIT TE ZIJN



Maarten Hoogendijk studeert dit jaar af aan de afdeling Fine Art van Artez in Arnhem.

Wat ga je op 7 maart doen?
Ik heb een plan. Het wordt iets romantisch, maar ik houd het nog even voor me. Het kan zijn dat wat ik nu van plan ben het omgekeerde is van wat ik op 7 maart ga doen.

Wat heb je tot nu toe op de kunstacademie gedaan?
In het eerste jaar heb ik me vooral beziggehouden met grafiek. In het tweede jaar heb ik me op andere zaken gericht: schilderen, filmen en ook schrijven. In dat jaar heb ik besloten dat ik me in eerste instantie wilde bezighouden met een idee en om pas in een later stadium een geschikt medium te kiezen voor de uitwerking daarvan. In het derde jaar wist ik niet meer waarom ik eigenlijk deed wat ik deed. Ik vroeg me af wat de zin van mijn werk was of zou kunnen zijn, zonder daar een antwoord op te vinden. Een lastige periode, maar ik heb me er bij
neergelegd dat zinloosheid een deel van mijn werk is. Ik heb het omarmd, zou je kunnen zeggen. Sommige mensen zullen kunst ongetwijfeld zinloos vinden. Dat zinloze zie ik zelf ook, en tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat kunst naast een zinloze kant ook een andere kant heeft die daarvan het tegendeel is. Ik ben, toen ik inzag dat kunst voor mij onvermijdelijk iets tweezijdigs is en altijd zal zijn, filmpjes gaan maken over spreekwoorden. Bijvoorbeeld het spreekwoord ‘water naar de zee dragen’. Dat heb ik ook letterlijk gedaan trouwens. Naast die filmpjes ben ik me op een meer uitgesproken en bewuste manier gaan bezighouden met wat me al langer fascineert: het toeval en de toevallige vondst.

Wat is in jouw ogen het belang daarvan?
De vondsten waar ik me op richt zijn toevallig en alledaags. Een stuk zilverpapier dat is platgereden op straat en dat de vorm van een boterham heeft of waarin wellicht ooit een boterham heeft gezeten, maar dat nu een vreemd teken of spoor lijkt. Collages maken waarbij je het zogenaamde ‘creatieve’ proces overlaat aan Google. Het achterwiel van mijn fiets waarvan de buitenband zo is versleten dat de binnenband door de kieren naar buiten dringt en daarbij iets van een gebaar van bevrijding suggereert. Zulke dingen interesseren me. De toevallige vondst kan trouwens ook een handeling zijn van iemand in de trein waar je bij toeval achter of tegenover bent komen te zitten. Het feit dat iemand in de trein in de stoel voor je acht minuten met zijn haar speelt, lijkt tamelijk gewoon en onbenullig en tegelijkertijd lijkt het iets te zeggen over gedachteloosheid, over herhaling en het lichamelijke. Ik denk dat gewone, alledaagse voorvallen en dingen en onwillekeurige handelingen van mensen onthullender kunnen zijn over de wereld, dan allerlei gedachteconstructies. Het gaat om de directheid en het veelzeggende van de waarneming en de wijze waarop die je aan het denken kunnen zetten. Je moet daar wel open voor staan. Waarneming vraagt oefening. Je moet willen zien wat er gebeurt als het gebeurt, zonder er op uit te zijn.

Wat je doet, de kunst die je maakt en wil maken, heeft dus veel te maken met een mentale houding, het ergens op voorbereid zijn zonder te weten wat het is waarop je voorbereid zou moeten zijn?
Zoiets kun je wel zeggen, denk ik. Het toeval kun je niet dwingen. Als er niets gebeurt, als niets je overkomt en je niets vindt, moet je daar vrede mee hebben. Je kunt niet doegericht op zoek gaan naar een vondst of het toeval. Dat werkt niet. Ik hoop dat er inderdaad zoiets is als serendipiteit: naar A zoeken, maar in plaats daarvan C vinden en daar dan ook de waarde van kunnen inzien. Je moet niet-doelgericht zijn en tegelijkertijd alert. Het klinkt ingewikkeld en ik vrees dat het ook zo is. Ik zou trouwens niet willen beweren dat ik er alles van weet. Ik ben er nog steeds over aan het nadenken. Ik denk bijvoorbeeld dat nietsdoen een voorwaarde is om echt alert te zijn; het soort nietsdoen dat lijkt op nietsdoen als je ziek bent. Ik bedoel, het ziek zijn neemt je in beslag en tegelijkertijd verveel je je. Dat zijn goede momenten. Een flinke kater werkt ook. Daar staat tegenover dat nietsdoen niet van deze tijd lijkt. Iedereen is tegenwoordig druk bezig. De algemene overtuiging van dit moment is de gedachte dat je nergens komt, als je niet druk bezig bent. Het idee dat niets doen een voorwaarde is om ergens toe te komen, lijkt daar haaks op te staan.

Denk je dat jouw werk ooit een groot publiek zal bereiken?
Ik hoop het heel erg, maar ik twijfel natuurlijk ook. Mensen die mijn werk kennen, zeggen dat mijn werk, omdat het tastend is en onzekerheid, zinloosheid en kwetsbaarheid niet uit de weg gaat, nu juist weer een soort hipheid zou kunnen hebben. Eerlijk gezegd, weet ik het niet. Zou het goed zijn als ik het belangrijk zou vinden? Stiekem doe ik dat natuurlijk wel.

Hoe denk je na je studie aan geld te komen en ben je over tien jaar nog steeds kunstenaar?


Ja, natuurlijk ben ik over tien jaar nog steeds kunstenaar. Hoe ik mijn geld ga verdienen weet ik nog niet. Ik maak me daar niet druk over. Ik denk dat ik handig genoeg ben om een baantje te vinden. Barman bijvoorbeeld, dat lijkt me wel wat.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.